Eens zullen opnieuw akkers worden gekocht

Jeremia 32:1-15
 
De Bijbel is geen geschiedenisboek. In de wetenschap, historie heet het daar, zijn regels opgesteld waaraan beweringen moeten voldoen willen ze wetenschappelijk verantwoorde geschiedschrijving zijn. Dat wat er in de Bijbel staat voldoet niet aan die regels. Dat moeten we niet willen ook want de Bijbel vertelt ons geen geschiedenis maar vertelt ons hoe God met mensen omgaat en hoe mensen met elkaar en daardoor met God om zouden kunnen gaan. Juist daardoor wordt het verhaal van vandaag voor ons interresant en lezenswaardig. Want natuurlijk we kunnen narekenen dat het gaat over een koning van Babylonië die hier Nebukadnessar wordt genoemd en over een koning Sedekia van Juda. Als je de feiten die hier genoemd worden narekent met de feiten die bekend zijn uit de wetenschappelijk verantwoorde historie dan speelt ons verhaal zich af in het jaar 587 voor het begin van onze jaartelling. Dat is een barre tijd geleden en heeft zo’n verhaal dan nog waarde? Zeker als we bedenken dat we eigenlijk verder niks van Jeremia en Sedekia weten dan wat hier wordt verteld. Wetenschappelijk dus niet aangetoond maar waardevol vanwege het doel van de Bijbel. Hoe gaan die mensen dan met elkaar om? Jeremia, zit in de gevangenis. Zijn eigen koning Sedekia heeft hem opgesloten en de stad waar hij woont wordt belegerd door een wel zeer machtige vijand. Jeremia is opgesloten omdat hij de val van Jeruzalem had voorspeld, hij was de boodschapper van slecht nieuws en ondermijner van het moraal. Geen wonder dat de Koning die de hoofdstad Jeruzalem moest verdedigen hem maar even had opgesloten. Wij zouden die Jeremia ook voor gek verklaren als hij dan een akker gaat kopen. Je geld verberg je, of tenminste bewaar je in tijden van onzekerheid. Zo niet Jeremia, die koopt. Nou was het niet zomaar een akker en niet zomaar een koop. Het was eigenlijk een geloofsbelijdenis. Die Wet van de woestijn, de wet van heb Uw naaste lief als Uzelf,  zou uiteindelijk overwinnen geloofde Jeremia, en ook vanwege dat geloof zat hij gevangen. Hij vertrouwde niet op de lokale politici, koning Sedekia en zijn raadgevers. Hij vertrouwde op die Wet van recht en gerechtigheid, van “gij zult niet doden” en zo. Die vijand was zo sterk dat het stom was om daartegen mensenlevens op te offeren. Nee er was een betere optie. Toen het volk Israel het land Kanaän binnengetrokken was had men het land zorgvuldig verdeeld onder alle families. Als de familie het land kwijt zou zijn geraakt kreeg men het na 50 jaar weer terug maar men had altijd het eerste recht het land weer terug te kopen. Van dat land moest men immers leven. En daar bouwde Jeremia nu op, een koop als de zijne stelde de toekomst veilig.  Veel en veel later zouden ook Maria en Jozef er op vertrouwen en naar hun akker gaan om daar hun oudste zoon geboren te laten worden. De overlevering zegt ook nog dat Judas zijn 30 zilverlingen wegwierp op de akker van Jeremia voor hij zich verhing. Ook voor ons geldt dat we ons niet moeten verlaten op politici die alleen uit zijn op gewin voor de rijken en eigen eer. Ook wij worden vaak bang gemaakt voor machtige vijanden. Vroeger waren dat de Russen en daar hadden we de meest verschrikkelijke verwoestende wapens voor nodig om ons te verdedigen. Tegenwoordig zijn het terroristen, nu nog van Moslim minderheden, maar er zijn ook anderen zoals dierenactivisten, waarvoor we allerlei vrijheden moeten inleveren. Jeremia verzet zich tegen een dergelijke houding. Als we blijven leven naar de Wet van God, de wet van liefde ook voor onze vijanden, dan hebben we niks te vrezen. Maar we moeten durven vertrouwen op een God die ons belooft dat uiteindelijk het kwaad overwonnen zal worden en dat er een land komt vol vrijheden, als we maar iedereen mee krijgen samen te doen en alles voor elkaar over te hebben, ook vandaag.

Plaats een reactie