Ik ben de eerste, ik ben de laatste

Jesaja 48:12-22

Vandaag sluiten we de lezing af van de rij liederen van de Tweede Jesaja over de komst van Cyrus en zijn bevel om terug te keren naar Jeruzalem en daar de Tempel te herbouwen. In het boek de Openbaring van Johannes, aan het eind van het Nieuwe Testament, kunnen we ook lezen dat God de eerste en de laatste is, daar worden dan de letters van het griekse alphabet genoemd, de alpha en de omega. Johannes had dat al gelezen in het boek van de profeet Jesaja, in het gedeelte dat we vandaag lezen. En hier staat heel uitdrukkelijk dat de God van Israël niet pas komt als alles is afgelopen, als het eind van de geschiedenis is bereikt, maar dat de God van Israël er al vanaf het begin bij is en voortdurend met de mensen meegaat. Zelfs die Heidense Cyrus, die uit slimme politieke overwegingen het bevel tot herbouw van de Tempel heeft gegeven, vormt een onderdeel van het plan van de God van Israël. Zonder die God had Cyrus zijn plannen niet kunnen volvoeren. Het is dus niet Cyrus die de gevangenen bevrijdt en de eredienst voor de God van Israël herstelt maar het is die God zelf die er voor zorgt aanbeden te worden op deze aarde. En die aanbidding, dat moeten we nooit vergeten, bestaat uit het delen van wat mensen hebben met elkaar en met name met de minsten en de zwaksten. Daarom doet Cyrus wat de God van Israël verlangt van mensen, hij bevrijdt de ballingen uit hun benarde positie en bevrijdt het land Israël van haar vijanden. De geschiedenis kent voortdurend dit soort bevrijdingen. Toen de Amerikaanse senator Edward Kennedy stierf moest iedereen weer denken aan zijn broers John F. en Robert die beiden werden vermoord toen zij een belangrijke bijdrage leverden aan de bevrijding van zwarte Amerikanen van onderdrukking en discriminatie. Een bevrijding die ook de slachtoffers van Apartheid in Zuid-Afrika zoveel moed en inspiratie gaf dat zij het juk van de Apartheid konden afwerpen. Dat eind van die ballingschap gaf een lange tijd na de ballingschap ook het volk Israël de overtuiging dat het zich kon verzetten tegen de Romeinse overheersing. Jezus van Nazareth liet zien hoe dat verzet het beste kon gebeuren door verzet door de liefde, dwars door de dood heen volgehouden. Het zou ons moeten inspireren ons te bevrijden van de voedselcrisis en de honger in de wereld en rechtvaardige handelsverhoudingen te scheppen waardoor iedereen in de wereld mee kan delen met de welvaart. Niet de honger, niet de oorlog, niet de uitbuiting en onderdrukking hebben het laatste woord in de wereld. Alleen de God die het bevel gaf onze naaste lief te hebben als onszelf heeft het laatste woord in deze wereld. Als wij willen loopt de geschiedenis uit op zijn Koninkrijk. Daartoe worden we ook vandaag weer geroepen.

Plaats een reactie